Vol vertrouwen door de vier fases van een sollicitatiegesprek

Spannend! Je gaat op gesprek bij je – hopelijk – nieuwe werkgever. Gelukkig heb je je goed voorbereid . Nu nog even die nieuwe baan krijgen. Hieronder doorlopen we de vier fases van een sollicitatiegesprek, zodat je het maximale uit je sollicitatiegesprek haalt.

1. De binnenkomst: liever veel te vroeg dan iets te laat

Een open deur: wees op tijd. Punt. “Ja, maar mijn trein had vertraging.” Als jij het gesprek belangrijk vindt, calculeer je die extra tijd gewoon in. Dus: liever veel te vroeg dan ietsje te laat. Hierdoor heb je ook de tijd om even rustig rond te kijken bij het bedrijf en de omgeving in je op te nemen. Fijn voor jezelf, maar ook handig als small talk. Bijvoorbeeld over de inrichting, de koffie, het uitzicht of de foto’s in de hal.

2. De ontmoeting: ontspannen, vrolijk en benaderbaar

Stel je duidelijk voor met een perfecte handdruk (ongedwongen, maar niet te slap. En stevig, maar niet te agressief) waarbij je de andere persoon vriendelijk aankijkt. Luister goed naar de naam van de ander. Dan kan je mooi refereren aan het eerdere contact dat jullie hebben gehad. Spring niet meteen in de presenteerstand door te beginnen over de functie en jezelf. Laat zien wie je bent – vrolijk, ontspannen en benaderbaar – met een gesprekje over bijvoorbeeld het weer, het verkeer of de foto’s in de hal.

3. Het gesprek: focus op het doel …

Vergeet nooit het doel van het gesprek: zorgen dat je die baan krijgt. Tuurlijk is het belangrijk dat je vertelt over je kwaliteiten en dat je laat zien hoe leuk je het bedrijf vindt. Maar dat moeten geen doelen op zich zijn. Om die baan te krijgen, moet er iets gebeuren aan de andere kant van de tafel.

… en op lichaamstaal

Je hebt je verhaal mieters goed voorbereid, maar hoe het overkomt, is grotendeels afhankelijk van jouw lichaamstaal. Stem die af op je verhaal. Ga niet met veel gebaren vertellen wat je drie zwakke punten zijn of onderuitgezakt verkondigen dat dit bedrijf echt waanzinnig vet is. Maar ook: let op de lichaamstaal van de mensen tegenover je. Hoe zitten ze erbij? Hoe reageren ze op jouw antwoorden? Veren ze op of zakken ze steeds verder weg? Stem je verhaal, je intonatie en je eigen houding hierop af. Zo krijgen zij het gevoel dat je ze begrijpt. En die connectie is belangrijker dan een compleet verhaal.

4. De afsluiting

De laatste indruk is net zo essentieel als de eerste. Was je bij de ontmoeting geïnteresseerd en vrolijk? Dan kan je nu niet volstaan met: “okee, bedankt, doei!” Je moet niet de indruk wekken dat je zo snel mogelijk weg wilt. Zorg dat je het geheel goed afrond. Hebben ze nog vragen? Zo niet, bedank voor het leuke gesprek en vraag of ze kunnen zeggen wanneer ze contact opnemen. Oja, en ga niet weg zonder te bedanken voor de koffie en nog een perfecte handdruk.